Loading: 0%

Gelijk in de dood, ongelijk in het leven. Deze website gaat over verhalen van afro amerikanen die meegeholpen hebben aan de bevrijding van Europa.

Ontdek de verhalen en ervaringen van zowel afro amerikanen als Nederlandse burgers aan het eind van de oorlog.

menu
01. Verhalen: Technicus en chauffeur van een unit van de Red Ball Express

Henry Vanlandingham

Henry groeide op in een gezin in Buffalo, New York. Voordat hij in 1942 naar Europa vertrok werkte hij een tijd als vliegtuigmonteur. Hij was getrouwd met Mary. In 1943 kregen ze een dochter, Arzeymah. Zoon Philip werd geboren in 1946, na Henri’s terugkeer uit Europa.

Henry Vanlandingham was tijdens de Limburgse bevrijdingstijd ruim twee maanden gelegerd in het Limburgse dorp Berg. Hij werkte als technicus en chauffeur van een unit van de Red Ball Express. Dat was een gigantische bevoorradingsoperatie die af en aan reed tussen de haven van Cherbourg en Luik/Aken, ter bevoorrading van de Amerikaanse strijdkrachten die op het punt stonden de grens met Duitsland over te steken.

Tijdens zijn verblijf in Berg raakte Henry bevriend met Trinette Nols-Weusten. Toen zijn unit een nieuwe opdracht kreeg, verliet hij Berg.

Na de oorlog had Henry zijn eigen constructiebedrijf, totdat hij inspecteur en coördinator werd van het onderhoud aan gebouwen van de gemeente Buffalo. Henry en Mary scheidden in 1967. Later hertrouwde Henry met Hazel, een lerares uit Georgia. Ze verhuisden later naar Silver Springs, Florida.

50 jaar later traceerde Henry’s kleinzoon Marc hem in de VS. Henry hoorde daarna voor het eerst dat zijn vriendin van destijds een kind van hem had gebaard. Hij nodigde zijn dochter Els uit naar de VS te komen. Vanaf de dag van hun eerste ontmoeting hebben vader en dochter en hun families een bijzondere band opgebouwd. Een band die ook na het overlijden van Els (2004) en Henry (2006) is blijven bestaan. zie ook Els Geijselaers.

https://nos.nl/uitzending/8540-nos-journaal.html

Redball_express-300x195_i2e
Redball Express

Uit het dagboek van Henry Vanlandingham over zijn tijd in Limburg.

“Deze ouwe kar kreunt als een barende vrouw. De truck rijdt nooit soepel, zelfs niet op verharde wegen. Ik weet dat ik het konvooi niet kan bijhouden, maar daar valt niets aan te doen."

Maar altijd als ik bijna in ‘The Berg’ ben, lijkt het alsof de truck uit zichzelf harder gaat rijden en op weg naar huis vliegt, als een op hol geslagen paard, dat zich bijna stuk loopt.

Twintig miles eerder werd Charlie even wakker en vroeg waar we waren. Ik zei hem maar weer te gaan pitten. Hij schijnt altijd goed aan te voelen wanneer ik moe word. Maar deze laatste paar miles rij ik altijd graag zelf.

Door de bomen in het gebied kan ik de spits van de kerk van ‘the Berg’ niet zien tegen de heuvels van Maastricht. Maar zodra ik die zie, weet ik dat het maar vijf minuten is tot aan mijn brits.

Charlie is mijn favoriete co-pilot onderweg. Die jongen is echt zwart, met van die grote glinsterende ogen die je aankijken. Hij is opgegroeid in Cleveland op ongeveer dezelfde manier als ik in Buffalo. Arm, maar altijd vast van plan een manier te vinden om iets anders te worden dan iemand die op de akkers werkt, zoals alle gekleurde jongens. Maar de oorlog haalde al onze plannen overhoop.

Nu zijn we allebei hier in Holland zonder enig idee wanneer en hoe we ooit weer thuis komen. Ik woon nu ongeveer twee maanden in ‘The Berg’. En dat voelt nu meer als thuis dan Harlon Street (in Buffalo, MK).

Deze ouwe kar kreunt als een barende vrouw. De truck rijdt nooit soepel, zelfs niet op verharde wegen.
- Henri Vanlandingham

Ik kan me het gezicht van Mary niet eens meer voor de geest halen zoals ik dat gewend was. Ik zie in plaats daarvan alleen nog maar van die Dutch scrubbed faces.

Thuis is zover weg dat het onwerkelijk lijkt. We zijn langzamerhand gestopt met praten over thuis. Ik weet dat het niet goed is om je op zo’n plek als hier thuis te gaan voelen, want zodra je dat doet, vertrekt het leger weer naar elders en je dan zorg je er maar voor dat je dat niets kan schelen.

Het is tijd om Charlie maar eens wakker te maken en te kijken wat hij deze keer voor ons winkeltje bij zich heeft. De laatste rit hield ik er heel wat aardigs aan over. Voordat we ons melden bij het depot in Valkenburg, stoppen we bij de grot en dragen spullen over aan Frans. Frans is een kwajongen, een lange, magere gozer, slim en groot genoeg om vast te houden aan de prijs die hij in zijn hoofd heeft.

Hij heeft in de grot een winkeltje opgezet verkoopt er dagelijks zijn handeltje. Veel van de dorpelingen komen er ook om naar de radio te luisteren. Die heeft hij daar verborgen, toen de Duitsers het bezit van een radio verboden. In het begin adviseerde ik Frans nog wat hij voor de spullen zou kunnen vragen, maar nu hoef ik hem niks meer te vertellen.

Onze bazen weten alles over de zwarte markt operatie, al doen ze of ze van niets weten. Ze weten dat de Duitsers de boeren al hun vee hebben afgenomen en hun oogst hebben gejat. Er is zelfs een aantal van de mannen uit het dorp als dwangarbeiders naar Duitsland gestuurd. Toen wij er aankwamen, zagen we hoeveel moeite de vrouwen moesten doen om hun kinderen te eten te geven.

De bazen weten dat het verdwijnen van kleine delen van de voorraad het dorp in leven houdt.

De Hickory bevrijdde ‘the Berg’ op 14 september en daarna hebben ze ons hiernaartoe gestuurd, om een bevoorradingsroute op gang te brengen tussen de Belgische haven Antwerpen en Aken in Duitsland. Wij, de gekleurde troepen, werden toen in ‘The Berg’ gestationeerd, althans een deel van ons. Toen wij hier uiteindelijk aankwamen en het Limburgse deel van Holland bevrijdden, hielden Frans en wat andere jongens zich nog schuil in de bossen in de omgeving. Sommigen van hen waren in het verzet geweest, maar Frans was daarvoor nog te jong.

Zijn familie woont in een huis aan de dorpsgrens, maar Frans slaapt meestal in de Geulemer grot. Hij kent het grottenstelsel onder en rondom ‘The Berg” als de palm van zijn hand. Hij speelde er als kind en samen met dorpsgenoten schuilde hij er tijdens de slag om Valkenburg. Overal op en naast de weg zie je nog herinneringen aan dat gevecht. Sommige huizen zijn zwaar beschadigd en de greppels die de mensen op last van de Duitsers voor hen moesten graven zijn er nog. Na al die ritten heen en weer, heb ik zo mijn eigen herkenningspunten: deze greppel, dat huis. Zoals ik al zei: “het begon teveel te voelen als thuiskomen”.

56272 Maastricht Plaquette Voor De Old Hickory Divisie  W800 H600
het begon teveel te voelen als thuiskomen
- Henry Vanlandingham

Als ik een goed stuk vlees kan krijgen, breng ik dat naar het huis van Frans; zijn moeder maakt daar een mooie maaltijd van. Ze zien in die dagen niet veel vlees hier in de buurt. De paar kippen die zijn overgebleven, bewaren ze voor de eieren. Frans’ moeder is een lief mens. Een grote boerenvrouw met zes kinderen. Haar echtgenoot is richting Duitse grens gespoed met de eerste Amerikanen. Ik heb die familie min of meer geadopteerd en zorg ervoor dat ze genoeg te eten hebben.

Nu Valkenburg door het leger als Rest Center is ingericht, krijgen we allerlei luxe goederen die de boeren in geen jaren zagen. Van die extraatjes proberen we er wat naar Frans’ winkeltje te brengen en we houden achter wat we maar kunnen krijgen, voor ‘onze’ gezinnen. Bijna alle brothers ondersteunen een gezin. Weet je, in het begin bekeken ze ons een beetje achterdochtig. We wisten van de praatjes die de ronde gingen, dat zwarten een staart zouden hebben, zoals apen. Maar toen we hier een paar weken waren, werden we overladen met alle mogelijke Nederlandse vriendelijkheid.

En geloof me, het is hier voor ons veel aangenamer dan in Valkenburg waar er voor de gekleurde soldaten allerlei regels gelden. Waar ze naar toe mogen en wat hen is toegestaan. Er zijn daar aparte onderkomens voor gekleurde troepen, een apart ziekenhuis en een aparte ontspanningsruimte.

Hier in ‘The berg’ hebben we onze eigen keuken en slaapruimte, maar we kunnen overal gaan en staan, waar we maar willen. Meestal ga ik na een rit terug naar ‘The Berg’ in plaats van in Valkenburg te blijven. Die paar extra miles heb ik er graag voor over. (vert. MK)

Henry Vanlandingham is naast Jefferson Wiggins, tot nu toe de enige African American veteraan die vertelde over zijn verblijf in Limburg, eind 1944.