Z-Limburg als eerste bevrijd
De geruchten zongen al een tijdje rond in Zuid-Limburg: “De Amerikanen komen er aan”. Dat was nadat op 6 juni 1944 de geallieerden troepen op de stranden van Normandië waren geland. Berichten bereikte de bevolking van Nederland dat Amerikaanse troepen na het veroveren van delen van Frankrijk en België richting Siegfriedlinie trokken. Dat was een grote verdedigingslinie gebouwd door de Duitsers, door hen Westwall genoemd. De linie bestaat voornamelijk uit een aaneenschakeling van bunkers over een afstand van 630 km.
Op 12 september 1944 staken Amerikaanse troepen op weg naar het Duitse Ruhrgebied vanuit België de grens met Nederland over. In het Zuid-Limburgse dorpje Mesch zagen mensen de eerste Amerikaanse bevrijders. In redelijke korte tijd voerden ze strijd met de aanwezige Duitse soldaten en niet lang daarna was Zuid-Limburg bevrijd gebied. Het bevrijden van de rest van Limburg ging met veel meer strijd gepaard. Op 13 september volgde de bevrijding van het Maastrichtse stadsdeel Wyck, de dag erna gevolgd door de bevrijding van de hele stad en daarmee was Maastricht de eerste bevrijde stad van Nederland. In oktober en november 1944 sneuvelden heel wat mensen voordat de westelijke Maasoever in Limburg veroverd was. De verwoestingen waren enorm. De Duitsers hadden eerder al de bewoners van dat gebied verbannen naar noord Nederland.
Ook in Valkenburg en omgeving werd hevig gevochten, want Amerikaanse legereenheden probeerden daar de rivier De Geul over te steken. Vele tientallen burgers sneuvelden voordat ze op 16 september daarin slaagden. De volgende dag, 17 september, begon verder noordelijk operatie Market Garden.
Het geallieerde leger wilde niet alleen de bruggen bij Nijmegen en Arnhem op de Duitsers veroveren, maar ze wilden zo ook doorstoten naar het Duitse Ruhrgebied. Dat was van belang omdat daar het grootste deel van de Duitse oorlogsindustrie gevestigd was. Aan de Market Garden operatie namen zowel lucht- als grondtroepen deel. Daaronder waren ook diverse Afro-Amerikaanse units.
Ondertussen werd in Zuid-Limburg de een na de andere stad op de Duitsers veroverd. Nadat Heerlen, Heerlerheide en Sittard op 18 september zijn bevrijd stagneerde de opmars van de Amerikanen. De reden daarvoor: Operatie Market Garden mislukte.
Verder dan Nieuwstadt kwamen de bevrijders aan de oostkant van de Maas niet. Pas in januari 1945 werd Susteren bevrijd. De Amerikaanse troepen besloten aan de westkant van de Maas verder naar het noorden te trekken. Tegelijkertijd trokken Engelse troepen, die al delen van België hadden bevrijd, midden-Limburg binnen. De eerste plaatsen die ze daar op 22 september bevrijdden waren Nederweert en Weert. Van daaruit kwamen ze terecht in een strijd die heel wat moeilijker was. Ze moesten in het moerassige Peelgebied de strijd aangaan met Duitsers die kost wat kost de geallieerden uit de buurt van de rivier de Maas wilden houden. Rond Meijel werd twee dagen heftig gevochten, maar het lukte toch de Duitsers op 25 september te verdringen tot achter de kanalen in het Peelgebied, met name de Zuid-Willemsvaart, de Noordervaart en het kanaal Wessem-Nederweert. Een maand later echter, op 27 oktober, waren de Duitsers terug in Meijel, maar werden na vier dagen alweer verslagen door Amerikanen en Schotten. Op hun terugtocht bliezen de Duitsers kerktorens en andere hoge gebouwen op, zodat hun tegenstanders die niet meer als uitkijkpost konden gebruiken.
Op 25 september waren de Duitsers nog steeds in Kerkraden en dwongen de bevolking te vertrekken. Pas op 5 oktober, als Kerkrade bevrijd is, konden de bewoners terugkeren. Op 25 september werd ook het stadje Thorn bevrijd, door een Belgisch-Luxemburgse brigade die deel uitmaakte van een Britse Legerkorps. De omgeving van Thorn bleef bezet tot 30 september. Niet ver van Thorn vandaan, bliezen de Duitsers op diezelfde dag de haven in Maasbracht op, om zo de scheepvaart in het Julianakanaal te blokkeren. 30 september was ook de dag van het begin van de heftige slag bij Overloon die tot 14 oktober duurde. De confrontatie tussen de Engelse geallieerden en Duitsers, had 2500 gesneuvelden tot gevolg, waaronder tientallen burgers in Venray, Horst en America. Op 18 oktober 1944 is Venray bevrijd. Verder gingen de Geallieerden voorlopig niet, maar omdat het stadje in de frontlinie lag werden alle inwoners geëvacueerd.
Het noordelijk daarvan gelegen Gennep leed al een maand lang onder beschietingen toen de bewoners ook daar opdracht kregen te evacueren. Op Venlo vielen al eerder bommen vanwege zijn ligging aan de Maas. Op 5 november stond de hele binnenstad in brand. Eind november lieten de Duitsers er de Maasbrug springen. Net als Venlo was Roermond doelwit vanwege de Maasbruggen. Vanuit Roermond werden 2800 mannen en vrouwen op transport gezet naar een dwangarbeiderskamp in Wuppertal. Nadat op Tweede Kerstdag ook uit Roermond de bewoners zijn verjaagd, werd de stad op 11 november gebombardeerd. Er vielen honderden doden. Een paar dagen later, op 14 november, staken geallieerden in Nederweert de Zuid-Willemsvaart over en werd de streek ten oosten van dat kanaal bevrijd.
Op een paar dorpen na hadden Britse troepen eind november de westelijke Maasoever veroverd op de Duitsers. Broekhuizen en Geysteren waren de laatsten, op Blerick na. Daar hielden tot 3 december nog slechts een paar honderd Duitse soldaten stand, maar die konden niet op tegen de Schotse militairen die in mankracht en materieel hun meerdere waren. Op 3 December werd ook Blerick bevrijd. Tussen Susteren en Middelaar begon de bevrijding op 13 januari 1945. Engelse troepen braken na vier dagen door de frontlinie bij Susteren en dagen later keerden de bewoners terug in het vernielde dorp. In het dorp Sint Joost was het inwoneraantal eind 1944 van 1800 gestegen tot bijna tien- duizend vanwege de ruim zevenduizend mensen die er vanuit geëvacueerde plaatsen hun heil zochten. Vooral in de bossen in de omgeving van Montfort verschuilden Duitse soldaten zich, reden voor de Engelsen om op 19 januari dat dorp van alle kanten te beschieten. Op 24 januari 1945 trokken de Engelsen Montfort binnen en op 25 januari Linne.
Op 26 januari vonden in Vlodrop hevige gevechten plaats waarbij geallieerde vliegtuigen bommen afwierpen op de dag dat de Duitsers de bewoners dwongen het dorp te verlaten. De burgers moesten weg, niet voor hun eigen veiligheid, maar omdat de soldaten van de Wehrmacht beter konden opereren als geen burgers in de weg liepen.
https://www.youtube.com/watch?v=YVOc9IPeOec&list=PLkRiTgd0PhZ5VBcPNciQaWN8POVid4ync&index=12&t=0s
De Roer is vanaf eind januari de nieuwe frontlijn.
Tienduizenden Limburgers uit dit gebied waren al weggevoerd naar Groningen en Friesland. De streek ten noorden van Venlo was al wekenlang uitgestorven. In en rond Roermond was ook bijna iedereen weg. Begin februari begon de Grüne Polizei met de ontruiming van de laatste bewoonde dorpen tussen Venlo en Roermond. De procedure was overal dezelfde. De mensen moesten naar een plaats in Duitsland lopen en dan in goederenwagons plaatsnemen.
Op 5 februari begonnen de Amerikanen in Duitsland met hun offensief om de Roer over te steken. Omdat de Duitsers de Roer-dammen in de Eiffel opbliezen, steeg het water in de Roer binnen een dag met anderhalve meter en de rivier werd meer dan 100 meter breed. De Amerikaanse opmars werd wekenlang vertraagd.
Meer naar het noorden begonnen de Britten en Canadezen op 8 februari een offensief vanuit de omgeving Nijmegen en Mook. Het uitgestorven en kapotgeschoten Middelaar werd eindelijk ingenomen. In het bezette deel van Limburg bleven uiteindelijk alleen de gemeenten Tegelen en Belfeld een verplichte evacuatie bespaard. In Venlo bleven tienduizend mensen achter, in Roermond een paar duizend. Zij waren ervan overtuigd dat de bevrijders snel zouden komen.
HEYEN
In Noord-Limburg rukten de Engelsen en de Canadezen op. Na Middelaar werden Milsbeek, Ottersum en Gennep bevrijd. De Duitse militairen boden hevig weerstand. Burgers waren verdwenen. Op 16 februari bereikten de Britten kasteel Bleyenbeek in Afferden, waar Duitse parachutisten zich hadden verschanst. Op 21 februari gooiden Engelse bommenwerpers het historische bouwwerk plat, maar de Duitsers bleven zelfs daarna nog een week in de kelders zitten.
De tienduizend bewoners van Venlo die niet waren geëvacueerd, moesten steeds meer moeite doen om aan voedsel te komen. Vanuit de plat gebombardeerde stad ondernamen inwoners voedseltochten naar dorpen in de buurt.
OOL
Op 26 februari 1945 gingen de Amerikanen ten zuiden van Roermond weer in de aanval: door de hoge waterstand van de Roer ruim twee weken later dan de bedoeling. Herten, Merum en Ool werden bevrijd. De inwoners zaten in Friesland, op vijf mannen na die in Ool waren ondergedoken.
VENLO E.O.
Op 28 februari 1945 trokken de laatste Duitse troepen zich terug uit Limburg. De Britten en Canadezen rukten op vanuit het Noorden, de Amerikanen vanuit het Zuiden.
Op 1 maart 1945 werden bijna alle Limburgse plaatsen die nog niet bevrijd waren, ingenomen door de Amerikanen. Slechts vierduizend uitgehongerde Roermondenaren zaten nog in kelders toen de Amerikanen Roermond binnen trokken. In veel plaatsen van Roermond tot Venlo kwam de bevrijding na wekenlange beschietingen toch nog onverwacht.
VELDEN
Alleen in de streek tussen Venlo en Afferden waren de Geallieerden nog niet verschenen. Op 2 maart gingen Britten vanuit Siebengewald naar Bergen en Ayen. De Amerikanen gingen vanuit Venlo naar Velden.
WELL
De geallieerde patrouilles verschenen 3 maart 1945 tenslotte ook in de uitgestorven dorpen Lomm, Arcen, Wellerlooi en Wel. Enkele kilometers buiten Wel zaten een paar mensen op de afgelegen boerderij De Meersenhof. De bevrijding door de Canadezen stelde uiteindelijk weinig meer voor.
Heel Limburg was 3 maart 1945 -na bijna vijf jaar bezetting- vrij van de Duitsers. Voor de 80 duizend geëvacueerde Limburgers kwam de bevrijding pas in april. Op 5 mei 1945 was heel Nederland bevrijd, na de capitulatie van de Duitsers op de avond van 4 mei 1945.
Bronnen: Maaslandse monografieën: Tussen twee vuren (Van Gorkum Assen, 1983, A.P.M. Cammaert, Van Mesch tot Well - Jean van Hoof en Frank Ruber, De Limburger