Corporal James W. Baldwin
James Willie Baldwin werd geboren in het plaatsje Wagram in de staat North Carolina. Het was in dat plaatsje, met toen nog maar zo’n 200 inwoners, waar de op 11 juli 1924 geboren James opgroeide samen met meerdere broers en zussen. Naar school gaat hij aan het zwarte Laurinburg Institute. Daar slaagt James als beste leerling in 1942, om vervolgens te gaan studeren. Ondanks dat hij een studiebeurs had voor de North Carolina A & T College, besluit hij om zijn jeugdliefde Anne McLaughlin te volgen. Ze komen terecht op Fayetteville State College. James zou de eerste in zijn familie worden die ging studeren.
In Fayetteville begint ook James’ carrière in het leger. Hij meldt zich in oktober 1942 aan voor het Army Specialized Training Program (ASTP), waarbij studenten een specialistische opleiding volgen die het leger helpt om bepaalde posities op te kunnen vullen. Uiteindelijk is James in maart 1943 op weg naar Fort Benning, Georgia om zich voor actieve dienst te melden. Het is het begin van een diensttijd die drie jaar zal duren.
Op verschillende plekken in het land wordt James klaargestoomd. In april 1943 begint hij aan een drie maanden lange training in het Armored Force Replacement Training Center in Fort Knox, Kentucky. Na het succesvol doorlopen daarvan wordt hij toegevoegd aan de eenheid waar hij de rest van de oorlog onderdeel van zal zijn: de 784th Tank Battalion, die zal gaan trainen in Camp Claiborne, Louisiana. De eenheid was slechts enkele maanden daarvoor opgericht als een, en de laatste, van drie tankbataljons die volledig uit zwarte Amerikanen bestond.
Nog voor hun vertrek werk naar Camp Claiborne werden de manschappen van de eenheid gewaarschuwd voor de rassenrellen die in 1942 plaatsvonden in Alexandria, niet ver van het kamp. De rellen waren het gevolg van een zwarte soldaat die doodgeschoten werd door een, witte, militaire politieagent. Deze wilde de soldaat arresteren omdat deze soldaat ogenschijnlijk een witte vrouw had lastiggevallen. Door de rellen vonden meerdere zwarte soldaten de dood.
Mijn gevoel zei dat wanneer je in het leger zit, wanneer je bereid bent om te vechten voor je land, dat het wel anders zou zijn. Het leger had niet gesegregeerd mogen zijn, maar dat was het wel. Het verschil in hoe wij behandeld werden was net zo groot als het verschil als tussen dag en nacht.
Ook later in Europa, zo herinnert Baldwin zich, werden hij en de andere mannen in zijn eenheid er pijnlijk aan herinnerd hoe hun landgenoten over hen dachten. “Witte soldaten zeiden dat we een staart hadden.” De situatie was dan ook vaak gespannen. “Indien een Zwarte soldaat met een wit meisje werd gezien betekende dat gedoe. Inwoners nodigden ons bij hen thuis of om met ze naar een café te gaan, tot woede van witte soldaten. Er brak eens een groot gevecht uit in een Belgisch dorp toen een van hen ons ‘nigger’ noemde.”
De manschappen van de 784th Tank Battalion brachten echter het grootste gedeelte van hun tijd door in Texas, in Camp Hood om precies te zijn. Ze komen daar aan in september 1943 om zich te gaan voorbereiden op de strijd aan het front. Afwisselend bevinden ze zich ook in Camp Swift voor veldoefeningen. Baldwin is schutter in het Second Squad, Mortar Platoon (mortieren), Headquarters Company.
Tegen het einde van oktober 1944 was het dan ook echt tijd om de reis naar Europa te maken. “The Moreton Bay was een oud schip en daardoor was het een ruige overtocht. Het schip was bovendien overvol, het eten was er slechten en veel waren er zeeziek,” zo herinnert James zich. Half november komt de eenheid in Engeland aan en verblijft dan nog enige tijd in Frankrijk voordat ze zich melden bij de 104th Infantry Division in Duitsland op Eerste Kerstdag, 1944.
Gedurende hun tijd in Europa neemt het bataljon voornamelijk in Duitsland deel aan de strijd. Vanaf februari 1945 tot en met het einde van de oorlog doet de eenheid dat met de 35th Infantry Division. Met die eenheid bevrijdde James begin maart Venlo, de enige plaats in Nederland waarbij zwarte soldaten in Nederland op grotere schaal vechten. Uiteindelijk raakte de eenheid op 30 dagen daadwerkelijk in gevecht in Europa, zo herinnert James zich.
Witte soldaten zeiden dat we een staart hadden.
Als de oorlog voorbij is, kan James nog niet gelijk naar huis. Enkel soldaten die voldoende punten hebben verdiend mogen dat. Hij krijgt dan ook nog verschillende taken toegewezen die hem onder meer in Tsjechoslowakije doen belanden. Maar in maart 1946 verlaat hij dan toch eindelijk het leger in Fort Bragg, North Carolina. Voor zijn drie jaar in het leger ontvangt Baldwin de American Theater Campaign Medal, de European-African-Middle Eastern Campaign Medal met twee bronzen sterren, de World War II Victory Medal en de Good Conduct Medal.
Na de oorlog blijft James zich inzetten voor de publieke zaak. Hij gebruikt het geld van de G.I. Bill om een bacheloropleiding Psychologie te doen en vervolgens een masteropleiding in Sociaal Werk aan Howard University, een van de zwarte universiteiten in Amerika. Ondertussen trouwt hij met Anne McLaughlin, een oud klasgenoot, waarmee hij drie kinderen krijgt.
Na het afronden van zijn opleidingen werkt James voor enkele overheidsinstanties van het district Washington D.C. totdat hij door de eerste zwarte burgemeester van de stad, Walter Washington, gevraagd wordt om de DC Office of Human Rights te leiden. Dat doet hij tien jaar, tot aan zijn pensioen in 1979. Het is ook in deze periode dat hij zijn PhD in Bestuurskunde behaalt.
Dr. James Baldwin richt na zijn pensioen bij de overheid Baldwin & Associations op, waarmee hij zich in het bijzonder richt op aanklachten tegen discriminatie, omdat hij ervoor wil zorgen dat iedereen gerechtigheid krijgt. In 2006 gaat hij dan echt met pensioen, maar blijft actief in de gemeenschap, waaronder binnen de kerk.
Ook helpt James oorlogsveteranen om te gaan met hun ervaringen in een bijbelklas. Door de gesprekken met hen begon hij ook steeds beter zijn eigen traumatische ervaringen te begrijpen. “Het ergste dat ik meemaakte was dat ik een van mijn vrienden gedood zag worden. Toen ik de vlammen uit de tank met nummer 54 zag komen, wetende dat hij de chauffeur daarvan was.” In 2015 word dan ook PTSS vastgesteld bij Baldwin. “Ik kon niet praten over Albert Marshall zonder te huilen. We waren zo hecht en hadden zoveel met elkaar gemeen. Nu kan ik dat eindelijk wel.” Marshall is begraven in Margraten.
In 2019 eerde de gemeenteraad van Washington D.C. Dr. James Baldwin voor zijn diensttijd en maatschappelijk werk. In 2020 eerde ook Nederland hem, in het bijzonder voor zijn bijdrage aan de bevrijding van het land.
Dr. James W. Baldwin overleed op 1 augustus 2022 op 98-jarige leeftijd. Zijn urn is bijgezet op Arlington National Cemetery.
De Nederlandse Ambassade in de Verenigde Staten organiseerde op 6 februari 2020 een ceremonie die er op was gericht om meer te weten te komen over de 172 Afro-Amerikaanse soldaten die zijn begraven op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Gedurende de ceremonie werd Dr. James W. Baldwin, veteraan van het 784th Tank Battalion, gehonoreerd.
Korporaal James W. Baldwin verscheen ook in de SNAFU Podcast. Dit is een podcast over militaire geschiedenis en veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. De podcast is hier te beluisteren.
Het NRC heeft op 2 mei 2015 een heel artikel gewijd aan het verhaal van James Baldwin getiteld 'Een zwarte soldaat met een meisje betekende gedoe'. Dit artikel is hier terug te lezen.