Omgaan met beeldbronnen havo/vwo
Opdracht
In deze opdracht gaan we oefenen met beeldbronnen, want deze bronnen komen altijd terug op een toets of in het eindexamen. Waarom is het van belang om hier aandacht aan te besteden? Het blijkt dat veel leerlingen moeite hebben om de afbeeldingen te begrijpen en er de boodschap uit te halen. Meestal komt dit doordat vergeten wordt de afbeelding te beschrijven. In deze opdracht gaan we eerst de afbeeldingen beschrijven: wat valt er te zien? Daarna analyseren we de bronnen aan de hand van drie deelvragen: op vorm, wat gebeurt er op de afbeelding en waarom is ze gemaakt. Tot slot volgt de interpretatie, waarin gekomen wordt tot antwoorden en conclusies. Maak dus eerst de beschrijving aan de hand van het stappenplan en beantwoord dan de overig vragen.
HAVO/VWO Stappenplan omgaan met beeldbronnen
1. Beschrijven Wat is er te zien?
Doe het als volgt: je buurman/-vrouw wijst op de afbeelding de dingen aan en benoemt wat hij/zij ziet. De ander schrijft het op. Let ook op de achtergrond en de details!
2. Analyse
A. Vorm Hoe is het gemaakt?
- Wat voor soort werk is het (tekening, foto, schilderij of grafiek)?
- Wat staat in het centrum van de afbeelding? Hoe zie je dat?
- Hoe heeft de maker ervoor gezorgd dat bepaalde personen meer in het hoog springen dan andere personen?
- Waar valt het licht op? Kan het licht in werkelijkheid ook zo binnenvallen? Waarom heeft de maker dit zo gedaan?
- Zijn bepaalde aspecten overdreven weergegeven?
- Op wat voor manier maakt de tekst deel uit van de afbeelding?
B. Inhoud Wat stelt het voor?
Wat zijn de personen aan het doen (let op alle personen)?
- Waar kijken de personen naar (let weer op alle personen)?
- In wat voor ruimte vindt de scène plaats?
- Welke voorwerpen zie je en waarvoor dienen die?
- Welke symbolen zie je?
- Welke woorden, namen en begrippen staan in de prent?
- Wat zeggen de bijschriften over de inhoud van de prent?
C. Functie Waarom / waarvoor is het gemaakt?
Dit is meestal niet erg moeilijk. De meeste spotprenten zijn bedoeld om kritisch te kijken naar een bepaalde gebeurtenis. Affiches zijn vaak bedoeld om een partij of idee onder de aandacht te brengen.
Controleer of de bovengenoemde functies inderdaad juist zijn.
Zo niet, geef dan aan waarvoor de bron gemaakt is.
3. Interpretatie Wat is de betekenis van de bron?
- Wie zijn de personen? Waarom zijn sommige belangrijker dan anderen?
- Waarom doen de personen wat ze doen?
- Waarom zijn de voorwerpen toegevoegd?
- Waarnaar verwijzen de symbolen?
- Wat betekenen de woorden, namen en begrippen in de prent?
- Waarom zijn ze toegevoegd (vergeet de bijschriften niet)?
- Wat is de betekenis van de details en de achtergrond?
4. Koppeling met de vragen: welke informatie moet je gebruiken om de gestelde vragen te beantwoorden?
Lees de vraag nog een keer. Welke informatie heb je nodig om de vraag goed te kunnen beantwoorden? Gebruik die informatie en gebruik de kennis die je zelf hebt om tot een genuanceerd antwoord te komen.
Bron: H.G.F., Havekes, ‘Naoorlogse generaties in cartoons’, KLEIO (december 2002), 28.
Vraag 1. Beschrijf elke prent zo precies mogelijk met behulp van jouw stappenplan.
Gebruik bron 1
Vraag 2. Welke twee thema’s hielden het politieke debat in Amerika tientallen jaren voor de Amerikaanse burgeroorlog bezig? Beantwoord de volgende onderdelen:
- Noem aan de hand van de bron een oorzaak van de Amerikaanse burgeroorlog.
- Noem een andere oorzaak van onenigheid tussen Noord en Zuid (zonder bron).
Gebruik bron 2
Vraag 3. Beantwoord de volgende onderdelen:
- Welk begrip past bij deze bron?
- Verklaar met behulp van een beeldelement uit de bron het onderschrift. Waarom is dit erger dan slavernij?
- Welk standpunt neemt de tekenaar in? Leg je antwoord uit.
Gebruik bron 3
Vraag 4. African Americans vochten in beide wereldoorlogen mee in het Amerikaanse leger.
- In welke legereenheden werden de meeste zwarte Amerikaanse soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog ingedeeld?
- Verklaar met welke achterliggende gedachte de meeste zwarte mannen zich vrijwillig aanmeldden voor het leger.
- Licht met behulp van één beeldelement toe welk standpunt de maker van de beeldbron inneemt ten opzichte van gekleurde soldaten.
Gebruik bron 4
Vraag 5. Leg met behulp van de beeldbron de volgende onderdelen uit:
- Wat wordt er bedoeld met ‘Jim Crow’?
- Waarom wordt er een begrafenis voor gehouden?
Licht toe waarom deze ‘begrafenis’ in 1944 kon plaatsvinden.
Gebruik bron 5
Vraag 6. Het begrip vrijheid heeft twee betekenissen in de bron.
- Leg uit welke twee situaties / problemen Fischetti met zijn prent wil aankaarten.
- Welke president was ten tijde van de tekening in ambt?
- Is het cynisme van Fischetti terecht als je kijkt naar wat deze president op beide terreinen heeft gedaan? Leg je antwoord uit voor beide terreinen.
Gebruik bron 6
Vraag 7. In de politieke prent van tekenaar Opland brengt minister Luns van Buitenlandse Zaken Nieuw-Guinea in veiligheid.
- Waarom wordt de minister van Buitenlandse Zaken, Luns, afgebeeld als Sinterklaas?
- Waarom wordt door Opland Nieuw-Guinea afgebeeld als Zwarte Piet? Leg zijn boodschap uit.
- Waarom worden Sint en Piet onder vuur genomen door witte Pieten? Leg ook uit waarom die wit zijn afgebeeld, want in die tijd bestonden toch nog geen witte of roetveegpieten?
- Verklaar welke mening Opland heeft bij de overdracht van Nieuw-Guinea.
Gebruik bron 7
Vraag 8. In 2017 wonen er 300.000 Surinamers in Nederland. In de loop der jaren maakten steeds meer mensen van kleur in ons land duidelijk, dat ze moeite hebben met de figuur Zwarte Piet. De prent is gemaakt naar aanleiding van de publicatie Sinterklaasje kom maar binnen zonder knecht uit 1998, waaruit bleek dat in Suriname en ook in Nederland maar weinig Surinamers iets van het feest moesten hebben. Zwarte Piet leidde zelfs regelmatig tot doodsangst en negatieve ervaringen bij de jeugd.
Beantwoord de volgende onderdelen:
- Laat de tekenaar Zwarte Piet en Sinterklaas met elkaar in discussie gaan? Leg je antwoord uit met behulp van een beeldelement.
- Licht toe waarom veel Surinamers in de tijd dat Suriname nog een kolonie was en hier in Nederland moeite hebben met het Sinterklaasfeest.
- Wat is jouw mening over het Sinterklaasfeest? Wat mag hetzelfde blijven en wat moet anders? Gebruik altijd argumenten om je mening te onderbouwen.
- Heb je je menig over het Sinterklaasfeest aangepast door deze digitale methode, of is jouw mening al enkele jaren eerder veranderd? Licht je standpunt met argumenten toe.
Vraag 9. (optioneel)
Zoek zelf een beeldbron op die past binnen de opdracht en analyseer deze met het stappenplan.
PWS-ideeën
Werken met spotprenten of cartoons is ook een mogelijkheid om met relatief weinig woorden een profielwerkstuk te schrijven. Je analyseert de beeldbronnen en schrijft bijvoorbeeld een verslag over een ontwikkeling: hoe is de beeldvorming van African Americans in spotprenten in de loop van 1860 tot 1960 veranderd in de Verenigde Staten? Je kunt er zelfs voor kiezen om enkel één tekenaar, één tijdschrijf of één krant te gebruiken in het onderzoek. Pas dan wel je onderzoeksvraag aan.
Wil je een onderwerp dat nauw aansluit bij een eindexamenonderwerp om jezelf nog beter op het eindexamen voor te bereiden? Het is dan mogelijk om aan de hand van verschillende gravures of prenten uit de Tachtigjarig Oorlog een of verschillende conclusies te trekken (Historische context De Republiek). Of je kunt spotprenten uit het Westen over de Sovjet Unie (of: uit het Oosten over het Westen) uit verschillende fasen uit de Koude Oorlog met elkaar te vergelijken (Historische context De Koude Oorlog).
Voor docenten! Zie hieronder de volledige werkvorm:
Downloads
Werkvorm-10.-Beeldbronnen